zaterdag 29 september 2012

De R zit weer in de maand.

Met de R in de maand breekt voor mij het vissen met kunstaas vanaf de kant ook weer aan. Niet dat er tijdens de warmere maanden niet op roofvis gevist wordt maar andere visserijen op andere vissoorten krijgen dan ook een kans. Er is zoveel leuks binnen Nederland te doen dat de keuze wat te doen vaak het moeilijkst is.

De afgelopen week zou in het teken staan van wat schilderwerk buiten maar door de vele buien is daar weinig van terecht gekomen. Een mooi excuus om de rovers in de polders in de buurt het leven zuur te maken. En dat is aardig gelukt.



Omdat de edge opgetuigd stond werd hier eerst gebruik van gemaakt. Voorzien van een dropshotsysteem werden vele baarzen gevangen tot een grote snoek ook een prooi zag in de kleinste reins schadjes en de onderlijn werd verspeeld. Het lukte vervolgens niet om de snoek met een mini spinner of streamertje te vangen.
Baarzen vanaf een centimeter of 20 geven al leuke sport op deze ultralichte hengel door hem goed krom te trekken. Het kleine shadje is vaak diep in de bek terug te vinden.


De volgende keer met groot kunstaas op de plughengel gevist. Mijn eerste keuze is dan een bellyturiersbait. Een stuk rubber wat ik jaren geleden gemaakt heb speciaal voor het vissen op grote snoek vanuit de bellyboot. Dat was in de tijd dat dergelijke kunstaasjes nog niet werden aangeboden via de reguliere handel. Mijn eerste keuze maar het levert vandaag geen aanbeet op. De 6 inch saltshaker daarentegen is erg geliefd bij 3 snoeken waar 2 van gevangen worden. Mooie vissen rond de 80 cm maar voldoening geeft het vissen met een dergelijke zware hengel niet.


Ik besluit de daarop volgende en komende periode de lange 5 grammer te pakken met bijbehorende kunstaas. Shadjes onder bruggen en Pako lepels of streamers om de sloten af te vissen. Droge tikken op het rubber vervelen nooit. Maar het net onder het oppervlakte binnen vissen van de lepels of streamers is verslavend. De aanbeten zijn zo geweldig mooi om mee te maken dat de dril van de snoek steeds vaker bijzaak is. De meeste vissen worden onthaakt in het water.


donderdag 13 september 2012

Een punt achter het trottend vissen gezet.




In de afgelopen week is nog geregeld een uurtje trottend doorgebracht langs de smalle sloot die in het vorige verslag is genoemd. Iedere keer op een ander gedeelte in dit stroomdal gebied om een indruk te krijgen van de mogelijkheden. En dan niet alleen wat het vissen aangaat, ook de andere aspecten van het buiten zijn tellen daarbij mee. Hierbij valt op dat de natuur prachtig is met een grote verscheidenheid aan dierenleven. Zeker als er voor een stek gekozen wordt die niet zo gemakkelijk te bereiken is.

De muizen proberen een goed heenkomen te zoeken in hun holletjes onder het lange gras terwijl de valken en buizerds in de lucht bidden om een geslaagde poging te doen er één te vangen. Op enkele tientallen meters afstand staan herten mijn verrichtingen gade te slaan en schrikken als met de hengel aangeslagen wordt op weer een vis. Mooi.

Maar de visserij is eentonig en er wordt niets bijzonders gevangen. Rietvoorn, blankvoorn, blei, alver en grondeling zijn mijn prooi. En allen niet van een lengte om hiervoor terug te komen. Er wordt iedere keer een groot aantal stuks gevangen en het trotten spreekt me als techniek erg aan. Maar deze visserij in dit gebied wordt met dit verslag eerst afgesloten.


Het is moeilijk om bij een dergelijk uitzicht naar je dobbertje te blijven kijken. Foto komt van het internet.

Ik hoop binnenkort weer eens te verticalen of te dropshotten in de bellyboot.

maandag 3 september 2012

Trotten in een smal stroompje.

Op de zondagmiddag een paar uurtjes met de lichte feather 4 voorzien van een centrepin op pad geweest. Een kort dobbertje dat een halve gram lood draagt wordt op de lijn gezet. Een haakje nummer 18 voorzien van één of twee maden maakt het geheel compleet. Er wordt gevist op een langzaam stromend watertje tussen de 2 en 6 meter breed die bij ons slingerend door het landschap loopt en waarbij de omringende percelen geregeld onder water komen te staan. Een mooi gebied om een paar uurtjes rond te lopen of in mijn geval te vissen.


In de smalle gedeeltes van dit water is goed trottend te vissen omdat de stroming daar hard genoeg is waardoor het dobbertje de lijn van de centrepin kan trekken en het aas zo met de juiste snelheid in de stroming meegenomen wordt. Zo is heel goed controle te houden over het aas aan de haak wat vlak boven de bodem wordt aangeboden. Iedere keer dat wordt ingelegd voor de voeten worden ook een paar maden ingeworpen om te dienen als voer. Als je op deze manier vist ben je in staat om een heel groot gedeelte van het water af te vissen en is elk hoekje van de stek te bereiken.




De aanpak heeft succes. Na een paar driften worden er op tien meter afstand ruisvoorns gevangen. Na verloop van tijd komt de vis dichterbij en volgen er ook blankvoorns. Bijna iedere drift levert een aanbeet op en vaak wordt met succes de haak gezet. Helaas geen mooie exemplaren gevangen vandaag.



Geregeld wordt het aas ook op half water aangeboden om te zien of de mooie ruisvoorns ook op deze diepte aan het azen zijn. Op deze manier vang ik meerdere visjes waar ik de naam niet zeker van weet. Ik houd het op alvers maar het zouden ook zo maar roofbleitjes kunnen zijn. Wie het weet mag het zeggen.