vrijdag 2 april 2010

Alle begin is moeilijk.


Omdat we vandaag met het hele gezin een uitstapje hebben gepland naar de dierentuin moet ik vroeg uit bed om ook nog even te kunnen vissen. De voorbereiding is dan ook niet heel geweldig voor deze eerste struindag met de penhengel op zeelt en karper, als je het opentrekken van een blikje zoete mais überhaupt voorbereiding noemen mag. De ramen van de auto blijken te zijn bevroren en hebben eerst een beetje ruitondooier nodig voor ik weg kan rijden. Het beetje voer wat is aangemaakt is veel te nat en plakkerig geworden. Niet echt een situatie om vertrouwen uit te winnen op deze eerste dag in de gesloten periode.
Er worden drie voerplekjes aangelegd op stategische plekken. Bij de palen van een brug, bij een gemaaltje en achter wat oeverbegroeing die wat dieper de vaart insteekt. Maar het is nergens dieper dan 50 cm en dat schept onder deze omstandigheden geen vertrouwen. Het is niet anders.
Het pennetje staat daarentegen mooi afgesteld, ook op de plekken waar een lichte stroming staat. Het karperstoeltje zit nogsteeds heel goed en de hengel ligt heerlijk in de hand ondanks zijn lengte van 3.70 meter. Dit stemt tot tevredenheid voor de rest van het seizoen.
Geen aanbeet gehad en geen teken van azende vis gezien in de vorm van belletjes of wervelingen in het water. En dankzij de goede warme kleding heb ik het niet koud gehad met de lage temperatuur en de snijdende wind vol in het gezicht. Om 9 uur ben ik weer thuis voor de rest van het programma wat wel een succes blijkt te zijn. Iedereen tevreden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten